Naar aanleiding van de volksliederencantus van Plutonica geschreven door onze praeses Steven Coesemans in 2015 op de melodie van "Auferstanden aus Ruinen".
1. | Een student te zijn in Leuven |
| Achttien jaar, vol goede moed |
| Die maar pas begint te leren |
| Hoe men echt studeren moet |
| Zich verdiept in dikke boeken |
| Vol met fysica en recht |
| Die in juli op 't examen |
| Met de professoren voor |
| Zijn diploma vecht (bis) |
2. | Wanneer hij dan heeft gestreden |
| Of nog vóór hij strijden gaat |
| Gaat hij nieuwe krachten opdoen |
| In een lustig bruin kaffaat |
| Klinken dan de volle glazen |
| En is ieder goedgezind |
| Voelt hij zich, al voor één avond |
| Koning van de stad, getooid |
| Met een kleurrijk lint (bis) |
3. | Is zijn hoofd al vrij van zorgen |
| Is zijn keel al goed gesmeerd |
| Zingt hij vrolijke gezangen |
| Door zijn voorgangers geleerd |
| En heeft de magie der tonen |
| Hem in dat moment bekoord |
| Dan laat hij zijn geest vervoeren |
| Zo een schone melodie |
| Heeft men nooit gehoord (bis) |
4. | Leren, luim en liedertonen |
| Die beleeft hij nooit alleen |
| Numquam soli! En de vriendschap |
| Maakt hem met zijn broeders één |
| Want het lint over zijn schouder |
| Brengt de kleur in zijn bestaan |
| Gaudeamus! klinkt de leuze |
| Want studentenjeugd kan nooit |
| Echt verloren gaan (bis) |