Karel Heyndrickx werd geboren in 1875 en begon zijn universitaire studies in de rechten in het academiejaar 1892-93. In 1896 werd hij hoofdredacteur van Ons Leven en zou dit blijven tot 1899. Hij richtte ook op zondag 6 februari 1898 samen met August Borms de Waasse Club op. Hij organiseerde in mei 1898 de feesten voor het tienjarig bestaan van dit studentenblad. Naar aanleiding hiervan gaf hij een tweedelig studentenliederboek uit dat 167 liederen met klavierbegeleiding bevatte, een werk van vier jaar noeste arbeid. Deze liederen waren ofwel teksten die daarvoor al in Ons Leven verschenen waren of liederen die speciaal voor deze uitgave geschreven en getoonzet waren. Het werk omvat 33 vaderlandse liederen, 35 mengelingen, 26 studentenliederen, 35 gezelschaps- en drinkliederen en 38 liefdesliederen. Hij was hiermee de eerste die Vlaamse studentenliederen publiceerde en vulde hiermee een gemis bij de Vlaamse student in. Het waren ook allemaal echte studentenliederen: liederen voor, door of over studenten (in tegenstelling tot onze huidige Studentencodex, waar slechts een klein percentage onder deze categorie valt). Deze uitgave werd geïllustreerd door Pieter Dierckx, die voor elk onderdeel een afbeelding in art-nouveaustijl schiep. Het verscheen bij de Algemeene Drukkunstmaatschappij in Brussel. In 1903 kwam er een tweedelige 'volksuitgave' van zijn studentenliederboek bij de uitgeverij Postema en van Raalte in Laken. Er bestaat ook een bijvoegsel bij deze uitgave met een inleiding van Hugo Verriest, de ontstaansgeschiedenis van het Studentenliederboek door Karel Heyndrickx zelf en alle liedteksten zonder de partituren erbij.
In 1900 werd Heyndrickx stadssecretaris van Sint-Niklaas en in 1908 secretaris van het Davidsfonds. Hij kwam tijdens de Eerste Wereldoorlog samen met Lodewijk Dosfel in het activisme terecht en werd in 1916 hoogleraar aan de Vlaamse Hogeschool in Gent. Na een eerste weigering sloot hij zich in december 1917 toch aan bij de Raad van Vlaanderen en werd ook voorzitter van de Dietsche Bond. Zijn volgende stap in de collaboratie was zijn verkiezing tot Gevolmachtigde voor Binnenlandse Zaken in de Commissie van Gevolmachtigden in januari 1918. Kort voor het einde van de oorlog, toen hij zag dat zijn situatie uitzichtloos was geworden, vluchtte hij naar het neutrale Nederland. Hij stierf in 1962.
|