1. | Vriend spitst de oren, de wind laat zich horen, |
| Ze roept ons 's nachts toe om hier samen te zijn. |
| Het credo van Crambambuli: den beker in d'hoogte! |
| Het credo van Crambambuli: prijst den wijn! |
| Vriend spitst de oren, de wind laat zich horen, |
| Ze roept ons 's nachts toe: laat vloeien den wijn! |
2. | Vriend hoort het kraken, de sneeuw komt ontwaken, |
| Ze roept ons 's nachts toe: komt elkaar tegemoet. |
| Het credo van Crambambuli: de piramied in droogte! |
| Het credo van Crambambuli: prijst suiker! |
| Vriend hoort het kraken, de sneeuw komt ontwaken, |
| Ze roept ons 's nachts toe: laat smelten het zoet! |
3. | Vriend vangt de fluister, de zon smeedt het duister, |
| Ze roept ons 's nachts toe het niet houden te guur. |
| Het credo van Crambambuli: de vlamme in vochte! |
| Het credo van Crambambuli: prijst den rum! |
| Vriend vangt de fluister, de zon smeedt het duister, |
| Ze roept ons 's nachts toe: laat warmen het vuur! |